Digni vertelt over bemesting

Bemesting, een boeiend en zeer belangrijk onderwerp binnen de biologische landbouw. Hiermee tenslotte werken we aan zowel de voeding van planten als aan het bodemleven en daarmee aan de kwaliteit en kwantiteit van onze producten. In de vorige nieuwsbrief vertelde ik er al over en voerde je vooral mee in de basiskennis ervan. In deze nieuwsbrief neem ik je nog een stukje verder mee in deze materie. Ik vertel waarom mensenmest niet (meer) geschikt is voor bemesting van onze landbouwgrond en wat wijzelf als boeren inzetten voor de verbetering van onze bodem.

Als we de kringloop (van de nutriënten) in z`n meest pure vorm beschouwen (bodem – plant – “vrucht”opbrengst – mens) dan zou eigenlijk de mensenmest weer terug moeten naar het land. Die kringloop is echt verbroken sinds de uitvinding van het watercloset.
Gezien de manier waarop nu “geconsumeerd” wordt en afvalwater behandeling plaatsvindt is de afvalstroom waar de mensenmest in terecht komt te zeer vervuild met afbraakproducten van medicijnen, restanten van schoonmaak chemicaliën en allerlei andere door huishoudens en bedrijven veroorzaakte vervuilingen. Dat maakt die rioolstroom met daarin de mensenmest vooralsnog ongeschikt om te gebruiken in de landbouw.

Sinds die kringloop een eeuw geleden is verbroken heeft de z.g. ”moderne” landbouw geput uit mijnen (t.a.v. vrijwel alle elementen behalve N).
Ook is met input van veel energie luchtstikstof omgezet in een voor planten opneembare (kunstmest)vorm; dus feitelijk ook fossiele energie uitputting.

Om de biologische landbouw “schoon” te houden zijn er strikte regels opgesteld tav de meststoffen die we kunnen gebruiken. Voorop staat het gebruik van biologische mest en compost.
Voor een beperkt percentage kan gebruik gemaakt worden van mest van extensief gehouden dieren. Daarnaast zijn er regels t.a.v. hoeveelheden per ha die erop gericht zijn te komen tot evenwichtsbemesting

Wijzelf gebruiken als basisbemesting compost die we maken van maaisels uit een nabijgelegen natuurgebied (De Wieden *1). Daarnaast wordt mest gebruikt van een melkveehouder die onze gras/klaver/lucerne afneemt.
De aanvoerhoeveelheden stemmen we af op een evenwicht met de afvoer van Fosfaat en Kalium via het oogstproduct.
Berekeningen laten zien dat wanneer je op die elementen een evenwicht hebt dat dat ook voor de andere elementen geldt. We zien dat gelukkig ook terug in de praktijk.
Verder gebruiken we z.g.n. vlinderbloemige gewassen zoals klaver en lucerne, waarbij de in symbiose levende Rhizobiumbacterien, stikstof uit de lucht omvormen tot voor de plant opneembare stikstof.
En daarmee is ons bemestingsplaatje rond.

*1) de natuurgebieden van Nederland krijgen via de lucht en neerslag eigenlijk teveel nutriënten (met name Stikstof en Fosfaat) op hun grondgebied. Dat leidt in het geval van De Wieden (van oudsher een rietgebied) tot vergrassing van de natuurlijke vegetatie. Een mogelijkheid om dat tegen te gaan is afmaaien en het maaisel afvoeren.