Digni vertelt over onkruid

Terwijl eigenlijk de opkomst en doorgroei van de gewassen het belangrijkste zijn in deze periode, gaat er een fors deel van onze aandacht en inspanningen uit naar “onkruid”. De bestrijding ervan houdt ons in deze tijd echt van de straat. En niet alleen ons, maar ook veel jongeren die in vakantietijd ons erf bevolken en meehelpen met het werk op de boerderij. Het is een prachtige manier om jongeren kennis te laten maken met ons mooie vak.

Onder onkruid verstaan we de niet-gewas-planten die concurreren met de groei van het bedoelde gewas. Wat de onkruidplant opneemt aan  licht, vocht en voedingsstoffen gaat in principe ten koste van de groei en opbrengst van de gewasplanten eromheen (overigens geldt het omgekeerde ook!).

De onkruidplanten in enig jaar hebben nog een lange termijn-werking: ze produceren veel zaad (of  worteldelen) die de basis zijn van onkruiddruk in de jaren erna. Er zijn diverse zaden die meer dan 10 jaar kiemkrachtig kunnen blijven. Dat was ook de basis van een oud boerengezegde: “wie één keer zijn roet laat staan kan 7 jaar uit wieden gaan”

Je hebt 2 types onkruid:  zaadonkruiden en wortelonkruiden.
De ene vermeerdert zich via zaad en de andere vermeerdert zich via worteldelen waar gedurende de groei veel reservestoffen in opgeslagen worden. Zaadonkruiden staan meestal evenredig verdeeld over het veld en kunnen soms in massale aantallen voorkomen terwijl wortelonkruiden meer pleksgewijs voorkomen

Nog even terug naar die definitie uit het begin: het kan dus ook zijn dat aardappelplanten, die groeien uit tijdens de oogst verloren knollen, het andere jaar als onkruid betiteld worden. En met dat voorbeeld (er zijn meer vergelijkbare voorbeelden) hebben we nog een ander nadeel te pakken: zoiets doorkruist ook het goede effect van gewasrotatie.

Kortom er zijn veel redenen voor een boer om de strijd met onkruid aan te gaan; en gelukkig zijn er ook veel  mogelijkheden.
De “instrumenten in de gereedschapkist” van de biologisch dynamische boer zijn:

  • De volgorde waarin gewassen elkaar opvolgen in de rotatie
  • De gewaskeuze en daarbij de rassenkeuze
  • De structuur van de (onder)grond en de kwaliteit van de drainage
  • Het bemestingsniveau. Een hoog bemestingsniveau stimuleert de groei van onkruiden ook enorm.
  • De gewasstructuur (toelichting: je kunt “spelen” met rijafstanden en plantafstanden in de rij. Hoe groter de afstand tussen de rijen is des te meer kan er met de mechanisatie worden weg- geschoffeld; hoe dichter de planten in de rij op elkaar staan des te meer concurrentie het gewas geeft naar de onkruidplanten in de rij)
  • In de gangbare landbouw leunt de bestrijding van onkruiden geheel op de inzet van bestrijdingsmiddelen
  • Een heel specifieke is de thermische behandeling (bevriezen of verbranden)
  • Nog een specifieke die we zelf toepassen is het net gezaaide gewaszaad bedekken met compost (ipv grond)
  • De diverse mechanisatiemogelijkheden die hetzij het onkruid afsnijden hetzij bedelven onder de grond, hetzij het (wortel)onkruid in stukjes hakken die aanzienlijk zwakker zijn dan het origineel
  • het nawieden met de hand

Het zijn de laatst genoemde 2 maatregelen die ons in deze maanden van de straat houdt.

Enerzijds is het enorm van belang om precies op het goede moment met de juiste omstandigheden de adequate mechanische  bestrijdingsmogelijkheid te kiezen en uit te voeren.  Doen we dit goed dan zijn we maximaal 90% van de onkruiden kwijt.

Anderzijds is met name het handmatig nawieden gewoon nodig, maar arbeidsintensief en dus duur.

Wij zetten hiervoor veel jongeren in die hun eindexamen net achter de rug hebben (in die zin hebben we ook gelijkgestemde belangen: hij of zij geslaagd…….wij taart). Het geeft een mooie gelegenheid om juist de jongeren van deze tijd kennis te laten maken met (biologische) landbouw en ons voeling te laten houden met wat jongeren interesseert.