Gezoem in het aardappelveld

Elk jaar weer verwonder ik me over de overweldigende bloemenzee die een aardappelveld kan geven. Die bloemenzee is vaak wit met opvallend forse gele meeldraden, maar de bloemen kunnen ook roze of lichtpaars van kleur zijn.

Bloemen in z`n algemeenheid zijn de voedselbron bij uitstek voor de zgn. bestuivende insecten.

Iedereen kent wel de honingbij maar er zijn enorm veel meer soorten bijen (meestal solitair levende bijen) en hommels. En daarnaast ook nog talloze (gaas-)vliegen, (sluip)wespen, kevers en (nacht-vlinders. Zij allen dragen zorg voor een belangrijk deel van de bestuiving van velerlei plantensoorten.

Op ons bedrijf lopen we in juni heel wat af in onze pootaardappelen. We zijn dan op zoek naar afwijkende of “zieke” planten. Al lopend zie ik eigenlijk altijd veel insecten in onze velden; dat lijkt me een teken van voldoende biodiversiteit.

Ik prijs me gelukkig dat wij op ons bedrijf op alle fronten een insectenvriendelijk, beleid voeren. Dat doen we door bloeiende akkerranden te creëren, geen insecticiden te gebruiken en slootranden insectenvriendelijk in te richten. U helpt niet alleen ons maar de vele biologisch(dynamische) bedrijven in Nederland door te gaan met “leefruimte” te creëren niet alleen voor de bestuivende insecten maar voor de gehele daarbij behorende voedselpiramide; simpelweg door onze producten te kopen voor een eerlijke prijs. Zie ook het artikel verderop in dit Boerenjournaal waarin we aandacht vragen voor de Greenpeace actie “Red de bijen”.

Nu zijn de meeste “moderne” aardappelrassen meestal niet fertiel; ze hebben weliswaar vaak wel bloemen maar vormen geen bessen met zaden. Aardappelen zoals wij ze kennen worden vegetatief vermeerderd; de aardappel zelf is de basis voor de nieuwe aardappelplant van het volgende jaar. Wel zijn er in de wereld vele duizenden soorten (beter: rassen) aardappelen. En die zijn allemaal door een kruising verkregen. Dus hoe dan ook moet er een geslaagde bestuiving plaats hebben gehad.

Bij de aardappel kan zowel kruisbestuiving als zelfbestuiving plaatsvinden. De bestuiving geschiedt door de wind of door insecten; vaak door hommels. Er valt voor hen alleen stuifmeel, geen nectar te verzamelen. Voor het vrijmaken van het stuifmeel gebruikt een hommel vaak het “”buzzen”” als techniek. Hierbij wordt met de vleugels een luid trillingssignaal gemaakt waarbij de helmhokken (meeldraaduiteinden waarop het stuifmeel zit) getriggerd worden stuifmeel af te geven.

Misschien is het maar goed dat bijvoorbeeld honingbijen nauwelijks iets te zoeken hebben in de aardappelvelden. Uiteindelijk zijn aardappelen in Nederland een qua oppervlak groot gewas waar helaas van oudsher veel bestrijdingsmiddelen in gebruikt worden; vrijwel elk jaar ook insecticiden (gericht op het bestrijden van luizen). En tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat daarmee mogelijk al vele soorten (bestuivende) insecten het leven onmogelijk is gemaakt in de akkerbouw.