Melquotum versus fosfaatquotum
Nederland is wereldwijd een van de grootste melkproducerende landen. Omdat de wereldbevolking en de welvaart toeneemt is de vraag naar melkproducten gestegen. De Nederlandse melkveehouders bedienen deze markt graag, en het melkquota werd op 1 april 2015 afgeschaft. Het aantal melkkoeien in Nederland groeit explosief. Dit betekent niet alleen veel grotere melkopbrengst, maar ook een grotere mestopbrengst.
De afgelopen paar weken waren er geregeld boze melkveehouders in het nieuws. Melkveehouders die koeien moeten afmaken omdat ze het mestquotum overschrijden. Ik ben benieuwd hoe de biologische melkveehouder die bij ons melkproducten levert ernaar kijkt. Ik ben benieuwd of biologische boeren ook koeien moeten inleveren. Ik bel boer Erik Ploer van Eko-boerderij ‘de Eerste’ in Marknesse. Erik heeft met zijn schoonouders en zwager een gemengd biologisch bedrijf. Naast zijn 70 melkkoeien heeft hij ook akkerland en een boomgaard. Van zijn melk wordt kaas en yoghurt gemaakt op de boerderij. Zijn mest verwerkt hij op zijn akkerland.
Erik vertelt dat hij het kortzichtig vindt dat boeren na afschaffing van het melkquotum dachten onbeperkt te kunnen melken. Het aantal koeien is explosief gestegen sinds het melkquotum is afgeschaft. De grote hoeveelheid melk brengt ook een grote hoeveelheid mest (fosfaat) met zich mee, en het is goed dat een boer verantwoordelijk wordt gehouden voor de verwerking van dit fosfaat.
Omdat Nederlandse boeren hebben aangetoond zeer efficiënt te werken, ook met de verwerking van de mest, is er een uitzonderingspositie voor hen bedongen in Europa. Als Nederland die uitzonderingspositie behoudt, betekent het dat er nog steeds 200.000 koeien weg moeten, zonder deze uitzonderingspositie zullen het er 400.000 zijn.
In het nieuwe plan van staatsecretaris van Dam zijn boeren verplicht om grondgebonden te werken. Dit betekent dat de mest die een boerderij produceert ook verwerkt wordt op zijn land. Hiervoor moet een boer bijvoorbeeld extra land aanschaffen en deze ook gaan bewerken als akkerland. Het is dus niet zo dat een boer een stuk grond in Afrika, of een natuurgebied, kan kopen ter compensatie.
In de biologische veeteelt is grondgebonden werken altijd al één van de peilers geweest. Erik verwacht dan ook dat hij prima aan de eisen voldoet en geen dieren hoeft in te leveren.
In het aangepaste, net uitgekomen, beleid is het de bedoeling dat het fosfaatpeil naar beneden zal worden gebracht. Een teveel aan fosfaten in bijvoorbeeld grondwater, en een teveel aan CO2 uitstoot is schadelijk voor iedereen, dus dat daar beleid op wordt gemaakt om dit tegen te gaan, is zo gek nog niet.
Het lijkt mooi om als bedrijf zeer groot te groeien, maar uiteindelijk blijkt een lange termijn visie nodig om dit duurzaam en succesvol te kunnen doen.
We willen de boeren die getroffen worden door dit beleid een hart onder de riem steken en hopen dat er voor hen en hun koeien een goede oplossing komt. Want ook niet biologische boeren geven wel degelijk om hun dieren en vechten net zo goed voor hun bestaan.